Tekst invoeren
In de volgende lijst vindt u een aantal tips voor het invoeren van tekst met behulp
van het toetsenblok op het bedieningspaneel.
•
Druk op de toetsenbloknummers die overeenstemmen met de letters van
een naam.
•
Druk meerdere malen op een knop om de beschikbare tekens te bekijken.
Opmerking:
Afhankelijk van de instelling voor land/regio die u hebt
geselecteerd, kunnen extra tekens beschikbaar zijn.
•
Zodra de juiste letter wordt weergegeven, drukt u op
. Hierna drukt u op
het nummer dat overeenstemt met de volgende letter in de naam. Druk
meerdere malen op de toets, totdat de juiste letter wordt weergegeven.
•
Als u een spatie wilt invoegen, drukt u op
Spatie (#)
.
•
Als u een pauze wilt invoeren, drukt u op
Opnieuw kiezen/Pauze
.
•
Als u een teken zoals @ wilt invoeren, drukt u op
Symbolen (*)
om door de
lijst met beschikbare symbolen te kunnen bladeren. ( *, -, &, ., / (), ‘, =, #,
@, _, + en !)
•
Als u een vergissing hebt gemaakt, drukt u op
om het fout getypte teken
te wissen, waarna u het juiste teken invoert.
•
Nadat u de tekst hebt ingevoerd, drukt u op
OK
om de ingevoerde
gegevens op te slaan.
Het invoeren van de faxkoptekst gaat gemakkelijker met de wizard Fax-setup in
HP Director (HP-dirigent) dat u voor de HP Officejet hebt geïnstalleerd. Behalve
de faxkoptekst kunt u ook gegevens invoeren voor het faxvoorblad. Deze
gegevens worden gebruikt als u met de computer een faxbericht met een
voorblad verstuurt. Zie de
HP foto- en beeldbewerking Help
die bij de software
is geleverd voor meer informatie.
2
ABC
De letters A, B en C corresponderen met cijfer 2
enzovoort.
5
JKL
Om dit teken te maken: j
k
l
J
K
L
5
Drukt u dit aantal
malen op 5:
1
2
3
4
5
6
7
hp officejet 5500 series
Hoofdstuk 5
46
Fa
xe
n